# Oefeningen variabelen

# Oefening 1: Adresgegevens

Maak een nieuwe HTML-pagina met naam oef1_adresgegevens.html. Koppel een extern scriptbestand aan de pagina met naam oef1_adresgegevens.js.

De HTML-pagina hoeft geen inhoud te bevatten (leeg blad), maar zal worden opgevuld via Javascript om een kort adresblok (<address>) te maken.

De volgende gegevens moeten in aparte variabelen met een goede naamgeving bewaard worden:

  • Voornaam
  • Familienaam
  • Straat
  • Postcode
  • Woonplaats

Vul de variabelen met fictieve gegevens. Je mag enkel de methode write() gebruiken. Gebruik deze opdracht meerdere malen om elk afzonderlijk deel naar het scherm te schrijven.

Er werd gebruik gemaakt van de volgende opmaak voor het <address> element:

  • 50% groter lettertype
  • 50% grotere lijnhoogte

Neem een kijkje naar het gewenste resultaat.

TIP

Je kan HTML-elementen gebruiken binnen een string wanneer je ze via document.write() naar het scherm schrijft.

const zin = "Groetjes,<br>Steven";

document.write("<p>");
document.write(zin);
document.write("</p>");

# Oefening 2: Console

Maak een nieuwe HTML-pagina met naam oef2_console.html. Koppel een extern scriptbestand aan de pagina met naam oef2_console.js.

In deze opdracht simuleer je het testen van een optelsom tussen twee variabelen door in de console een aantal boodschappen te schrijven met tussenresultaten.

Het script moet twee getallen declareren in twee verschillende variabelen: getal1 en getal2. Geef beide variabelen een numerieke waarde naar keuze (geen string!).

Schrijf in de console op aparte lijnen de waarde van elk getal, gevolgd door de optelsom van beide getallen.

Maak vervolgens een nieuwe variabele met naam totaal. De waarde van de variabele is de optelsom van getal1 en getal2.

Schrijf de waarde van de variabele totaal naar de console. Ze zou moeten overeenkomen met de vorige optelsom die ook in de console staat. Je zal dus merken dat je kan werken met of zonder tussenvariabele om een optelsom te tonen.

Schrijf ook het uiteindelijke resultaat via document.write() op het scherm.

Neem een kijkje naar de gewenste console output.

NIEUW: Console argumenten

Je kan aan de methode log() van het object console meer dan één argument meegeven. Concreet betekent dit dat je tussen de ronde haken meer dan één waarde schrijft, gescheiden door komma's. Elke waarde zal dan in de console geschreven worden met een automatische spatie tussen elke waarde.

const merk = "Toyota";
const bouwjaar = "2012";

// Schrijf de volgende waardes naast elkaar in de console
console.log("Gekozen wagen:", bouwjaar, merk);

NIEUW: Numerieke waardes optellen

Om een optelsom tussen numerieke waardes te maken gebruik je het + teken tussen de twee waardes. Je kan het resultaat rechtstreeks gebruiken of opslaan in een variabele.

console.log(2 + 10);

// is hetzelfde als

const x = 2;
const y = 10;

console.log(x + y);

// is hetzelfde als

const optelsom = x + y;

console.log(optelsom);

# Oefening 3: Concatenatie

Maak een nieuwe HTML-pagina met naam oef3_concatenatie.html. Koppel een extern scriptbestand aan de pagina met naam oef3_concatenatie.js.

De term concatenatie staat voor het aan elkaar plakken van twee of meer strings. In deze opdracht bereid je drie vragen voor (elk in een aparte variabele) die je aan een gebruiker wil stellen. Via de write() methode schrijf je ze naar het scherm. Voor elke vraag komt de tekst Vraag 1:, Vraag 2: en Vraag 3:, maar deze tekst wordt niet bij in de variabele opgeslagen.

De moeilijkheid ligt in het volgende: je mag slechts drie write() opdrachten in de code hebben staan! Je zal dus met concatenatie moeten werken om de oefening tot een goed einde te brengen.

Neem een kijkje naar het gewenste resultaat.

NIEUW: Concatenatie

Om strings, tekstfragmenten dus, aan elkaar te plakken gebruik je concatenatie. Dit is een moeilijke naam voor een eenvoudig principe. Het enige dat je hoeft te doen om twee strings te concateneren is ze met elkaar "op te tellen", m.a.w. door het + teken tussen de strings te plaatsen.

const voornaam = "Steven";
const familienaam = "Schoovaerts";

// Concateneer voornaam en familienaam, met een spatie ertussen
// De variabele volledigeNaam is eenvoudiger in gebruik
const volledigeNaam = voornaam + " " + familienaam;

// Concateneren gaat overal waar je een string kan gebruiken
// Ook rechtstreeks binnen een methode
document.write("Mijn volledige naam is " + volledigeNaam);